Waarom droegen tankbemanningen vroeger een masker in de eerste wereldoorlog?

De tank kwam voor het eerst op het slagveld in de eerste wereldoorlog. De bepantsering van de eerste generatie tanks was niet goed genoeg om de bemanning te beschermen. Vroeger gebruikte met loden kogels, tegen deze kogels was de tank niet helemaal beschermd. Als deze de tank raakte liep het vloeibare lood de tank in. De tank had een aantal openingen bijvoorbeeld in de gleuf waardoor de bemanning keek. 

Ook als andere kogels de tank raakte ging de energie van de kogel over op het dunne pantser. Er ging dan een schokgolf door de tank waardoor er splinters in de tank los konden komen. Deze splinters vlogen dan door de tank heen. 

De druppels lood en splinters richten gemakkelijk verwondingen aan in het kwetsbare gezicht van de bemanning. Om de bemanning te beschermen kregen ze een masker dat hun ogen en gezicht beschermden. Dit leek op een maliënkolder gecombineerd met een masker. De maliënkolder beschermde de mond en het masker was voorzien van metalen plaatjes met gaten die de ogen beschermde.